De luchtroosters achterin zitten in de middenconsole.
Aan het linkerkartelwieltje draaien om de luchtroosters te openen en te sluiten.
Het betreffende rooster in de gewenste richting bewegen om de richting van de naar buiten stromende lucht in te stellen. De uitstroomrichting van de luchtroosters kan horizontaal en verticaal worden ingesteld.
Om de temperatuur van de uitstromende lucht te verhogen of te verlagen, het rechterkartelwiel verder draaien op de rode of blauwe markering.
De luchtroosters worden afhankelijk van de gekozen stand automatisch of handmatig aangestuurd. Uit de luchtroosters stroomt verwarmde of niet-verwarmde frisse lucht of koellucht.
De luchtroosters voor de verwarming van de voetenruimte achterin zitten onder de voorstoelen.
Aanwijzing
Als de airconditioning wordt gebruikt voor koeling, stroomt de lucht overwegend uit de luchtroosters in de middenconsole. Deze luchtroosters nooit helemaal sluiten, opdat er voldoende koeling ontstaat.