Een luchtkwaliteitssensor herkent verhoogde concentraties van schadelijke stoffen in de buitenlucht en schakelt automatisch over op de circulatiefunctie.
In de airconditioning zit een sensor luchtkwaliteit die, wanneer verontreinigde lucht wordt vastgesteld, besluit of de luchtverontreiniging door het aanwezige filter tegen schadelijke stoffen kan worden verminderd of op de circulatiefunctie moet worden omgeschakeld. Bij een vrij sterke concentratie schadelijke stoffen wordt de airconditioning automatisch overgeschakeld op de circulatiefunctie en wordt de buitenluchttoevoer afgesloten. Zodra het gehalte schadelijke stoffen in de buitenlucht minder wordt, wordt aan het interieur van de wagen weer frisse lucht toegevoegd.
Als bij de circulatiefunctie de ruiten beslaan, direct de -toets indrukken.
Onder bepaalde bedrijfsomstandigheden schakelt de circulatiefunctie uit. Bij buitentemperaturen lager dan ca. +10 °C is de circulatiefunctie begrensd op 30 seconden.