- Afb.1 Achterstuk middenconsole: Stoelverwarming
Geldt voor wagens: met stoelverwarming achterin
De zitting en de rugleuning van de twee buitenste zitplaatsen achterin kunnen elektrisch worden verwarmd.
Aan kartelwiel Afb.1 -A- draaien om de stoelverwarming van de linkerzitplaats achterin te regelen.
Aan kartelwiel -B- draaien om de stoelverwarming van de rechterzitplaats achterin te regelen.
Als het kartelwieltje in stand 0 staat, is de stoelverwarming uitgeschakeld. Het regelgebied loopt van 1 tot 6.
De stoelverwarming achterin werkt alleen, als de zittingen door het lichaamsgewicht worden belast. Wanneer er geen personen achterin zitten, moet de stoelverwarming worden uitgeschakeld om het ongewild verwarmen van lege zitplaatsen te voorkomen.
Voorzichtig!
Niet op de knieën op de stoelen gaan zitten of ze op een andere manier over een klein oppervlak belasten om de verwarmingselementen van de stoelverwarming niet te beschadigen.
Aanwijzing
Denk eraan dat voorwerpen die u op de zitting neerlegt ook een belasting vormen. Deze belasting kan voldoende zijn om de stoelverwarming in te schakelen.