- Afb.1 Bedieningshendel: Afstand instellen
Geldt voor wagens: met adaptive cruise control
De afstand kan op vier standen worden ingesteld.
Hendel Afb.1 eenmaal in de richting van -+- of --- drukken. Op het display in het instrumentenpaneel wordt de momenteel ingestelde afstand weergegeven.
Hendel opnieuw in de richting van -+- resp. --- duwen om de afstand met telkens één stap te verhogen resp. verlagen.
Afstand kiezen
Op welke afstand de adaptive cruise control een voorligger volgt, wordt bepaald door zogenaamde tijdsintervallen. Daarbij wordt een tijdsafstand vastgelegd die ten opzichte van een voorligger constant wordt gehouden. Daardoor wordt een snelheidsafhankelijke afstand verkregen. Hoe hoger de snelheid des te groter de veiligheidsafstand in meters ATTENTIE!.
De aangegeven afstanden zijn streefwaarden. Afhankelijk van de rijsituatie en de rijstijl van de voorligger worden deze streefwaarden over- resp. onderschreden.
Afstand 1
Deze instelling is geschikt voor vlot rijden in de file. De tijdsafstand bedraagt 1 seconde. Dit komt bijvoorbeeld overeen met:
- een afstand van 14 meter bij een snelheid van 50 km/h
- een afstand van 36 meter bij een snelheid van 130 km/h.
Afstand 2
Deze instelling is geschikt voor comfortabel met de stroom meerijden in de file. De tijdsafstand bedraagt 1,3 seconden. Dit komt bijvoorbeeld overeen met:
- een afstand van 18 meter bij een snelheid van 50 km/h
- een afstand van 47 meter bij een snelheid van 130 km/h.
Afstand 3
Deze instelling is geschikt voor comfortabel met de stroom meerijden in de file en komt overeen met de algemene aanbeveling van een „halve tachoafstand“. De tijdsafstand bedraagt 1,8 seconden. Dit komt bijvoorbeeld overeen met:
- een afstand van 25 meter bij een snelheid van 50 km/h
- een afstand van 65 meter bij een snelheid van 130 km/h.
Afstand 4
Deze instelling is geschikt voor rijden op provinciale wegen. De tijdsafstand bedraagt 2,3 seconden. Dit komt bijvoorbeeld overeen met
- een afstand van 32 meter bij een snelheid van 50 km/h
- een afstand van 83 meter bij een snelheid van 130 km/h.
Hoe de wagen zich tijdens de actieve adaptive cruise control bij het accelereren en afremmen gedraagt, kan op de radio of in de MMI* worden ingesteld Link. Ahankelijk van het rijprogramma en de afstand, die u kiest, versnelt en remt uw wagen dynamisch (1) tot comfortabel (5).
Rijprogramma |
dynamic |
standaard |
comfort |
---|---|---|---|
Afstand 1 |
1 |
2 |
3 |
Afstand 2 |
2 |
3 |
4 |
Afstand 3 |
2 |
3 |
4 |
Afstand 4 |
3 |
4 |
5 |
Bij het instellen van de afstand is de bestuurder verantwoordelijk voor het opvolgen van de nationale landspecifieke wettelijke voorschriften.
Aanwijzing
- Wij adviseren u de fabrieksinstelling Distanz 3 (Afstand 3) niet te onderschrijden.
- Bij het uitschakelen van het contact wordt de afstand op de fabrieksinstelling Distanz 3 (Afstand 3) gezet (dit komt ongeveer overeen met de „2-secondenregel“). Indien dit echt wordt gewenst, kan deze functie door een (Audi-)specialist worden uitgeschakeld. Elke keer als de motor opnieuw wordt gestart, wordt dan een op de radio of in de MMI* ingestelde afstand als basisinstelling overgenomen.