Geldt voor wagens: met adaptive cruise control
- Afb.1 Instrumentenpaneel: Oproep tot ingreep door bestuurder
De oproep tot ingreep door de bestuurder roept de bestuurder op de controle zelf over te nemen.
In bepaalde rijsituaties is het vertragingsvermogen van de adaptive cruise control niet voldoende om een veilige afstand tot een voorligger aan te houden. In deze situatie sommeert de adaptive cruise control u als bestuurder zelf te reageren.
De oproep tot ingreep door bestuurder wordt optisch en akoestisch weergegeven.
- Op het display in het instrumentenpaneel wordt een rode wagen weergegeven Afb.1.
- De tekst Abstand! (Afstand!) verschijnt in de statusregel.
- Het rode controlelampje knippert.
- Er klinkt een akoestisch signaal (gong) (voor zover dit niet op de radio of in de MMI* is uitgeschakeld).
Aanwijzing
- Na het intrappen van het rempedaal is de adaptive cruise control uitgeschakeld. De op dat moment opgeslagen snelheid blijft echter bewaard.
- Om de opgeslagen snelheid weer te activeren het rempedaal loslaten en de bedieningshendel bedienen Link.
- Als een ingestelde snelheid door het intrappen van het gaspedaal wordt overschreden, klinkt bij oproep tot ingreep door bestuurder geen gong. Bovendien gaat bij overschrijding van de snelheid het controlelampje uit.
- Wanneer door de adaptive cruise control een remactie wordt geïnitieerd, wordt het hydraulisch remsysteem onder druk gezet. Daardoor kan het rempedaal minder ver worden ingetrapt en is het „pedaalgevoel“ harder.