Audi Q5   Aanwijzingen voor het rijden   Intelligente techniek  Elektronisch stabiliseringsprogramma (ESP)
Het elektronische stabiliseringsprogramma draagt bij aan de rijveiligheid. Het reduceert het slipgevaar en verbetert de rijstabiliteit van de wagen. Rijdynamische grensgevallen, zoals bv. oversturen en ondersturen van de wagen of doordraaien van de aangedreven wielen, worden door het ESP herkend. Door gerichte remingrepen en een reductie van het motorkoppel wordt de wagen gestabiliseerd. Zodra het elektronische stabiliseringsprogramma ingrijpt, knippert het controlelampje in het instrumentenpaneel.
In het elektronische stabiliseringsprogramma zijn het antiblokkeersysteem (ABS), de remkrachtverhoger, de aandrijfslipregeling (ASR), het elektronische sperdifferentieel (EDS), de dynamische stuurbekrachtiging* en de bergafdaalhulp geïntegreerd.
Antiblokkeersysteem (ABS)
Het ABS voorkomt dat de wielen blokkeren, wanneer wordt geremd tot kort voor stilstand van de wagen. Daardoor blijft de wagen ook bij een noodstop bestuurbaar. Het rempedaal zonder onderbreking intrappen - niet pompen! Dat er wordt geregeld merkt men aan het pulseren van het rempedaal.
Remkrachtverhoger (remassistent)
De remkrachtverhoger kan de remweg verkorten. De remkracht wordt verhoogd, als de bestuurder in noodsituaties het rempedaal snel intrapt. Daarbij moet het rempedaal zo lang ingetrapt worden, tot het gevaar geweken is. Bij wagens met adaptive cruise control* reageert de remassistent gevoeliger, wanneer er een te geringe afstand tot een voorligger wordt herkend.
Aandrijfslipregeling (ASR)
De aandrijfslipregeling vermindert de aandrijfkracht van de motor bij doordraaiende wielen en past de kracht aan de rijbaanomstandigheden aan. Daardoor wordt het wegrijden, accelereren en bergopwaarts rijden vergemakkelijkt.
Elektronisch sperdifferentieel (EDS)
Het elektronische sperdifferentieel remt een doordraaiend wiel af en draagt de aandrijfkracht over op de andere aangedreven wielen. Deze functie is beschikbaar tot een snelheid van ongeveer 125 km/h.
Het EDS schakelt bij buitengewoon sterke belasting automatisch uit, opdat de schijfrem van het afgeremde wiel niet oververhit raakt. De wagen blijft functioneren. Zodra de rem is afgekoeld, wordt het EDS automatisch weer ingeschakeld.
Dynamische stuurbekrachtiging*
Bij wagens met dynamische stuurbekrachtiging* heeft het elektronische sperdifferentieel in grenssituaties bovendien een stabiliserende werking via de stuurinrichting.
ATTENTIE!
  • Ook ESP, ABS, ASR, EDS en de dynamische stuurbekrachtiging* kunnen de natuurkundige grenzen niet overwinnen. Dit geldt in het bijzonder bij glad of nat wegdek. Als de systemen in het regelbereik komen, dient de snelheid direct aan de weg- en verkeersomstandigheden te worden aangepast. De aangeboden hogere veiligheid mag geen aanleiding zijn tot het nemen van grotere risico's - gevaar voor ongelukken!
  • Let op dat het gevaar voor ongelukken groter wordt als u snel rijdt, in het bijzonder in bochten en bij een gladde of natte rijbaan, en wanneer u te weinig afstand houdt. Het grotere ongevalsrisico kan ook door ESP, ABS, de remassistent, EDS, ASR en de dynamische stuurbekrachtiging* niet worden voorkomen - gevaar voor ongevallen!
  • Bij accelereren op een gelijkmatig gladde rijbaan, bv. bij ijs en sneeuw, voorzichtig gas geven. De aangedreven wielen kunnen ondanks de ingebouwde regelsystemen doordraaien en daardoor de rijstabiliteit beïnvloeden - gevaar voor ongevallen!
Aanwijzing
  • Alleen als alle vier de wielen dezelfde banden hebben, kan de ASR zonder storingen werken. Verschillende afrolomtrekken van de banden kunnen tot een niet-gewenste reductie van het motorvermogen leiden.
  • Als in het ABS of in het EDS een storing optreedt, brandt zowel het ABS-controlelampje als het ESP-controlelampje Link.
  • Als in het ESP een storing optreedt, brandt het ESP-controlelampje Link.
  • Bij een storing in het ABS vallen ook het ESP, EDS en de ASR uit.
  • Als de beschreven systemen ingrijpen kunnen bedrijfsgeluiden optreden.
  • Bij de montage van het af fabriek geleverde dakdragersysteem op de dakreling wordt het elektronische stabiliseringsprogramma via sensoren aangepast aan het door de mogelijke belading gewijzigde zwaartepunt van de wagen.