De stuurbekrachtiging ondersteunt de bestuurder bij het sturen bij draaiende motor.
De stuurbekrachtiging ondersteunt de bestuurder, zodat hij bij het sturen minder kracht moet gebruiken. De stuurbekrachtiging wordt afhankelijk van de rijsnelheid elektronisch aangepast.
Als de servotronic uitvalt, blijft de stuurbekrachtiging normaal werken. De stuurbekrachtiging wordt echter niet meer aan de rijsnelheid aangepast. Het uitvallen van de elektronische regeling is herkenbaar doordat u bij het parkeren van de wagen (dus bij lage snelheid) meer kracht dan gewoonlijk voor het sturen moet uitoefenen. De storing moet zo snel mogelijk door een (Audi-)specialist worden verholpen.
Als de motor niet draait, werkt ook de stuurbekrachtiging niet. In dit geval kan het stuurwiel heel moeilijk worden gedraaid.
Als het stuurwiel bij stilstaande wagen in de uiterste stand wordt gedraaid, belast u de stuurbekrachtiging heel sterk. Bij dit draaien zijn geluiden te horen. Bovendien wordt hierbij het stationaire toerental van de motor verminderd.
Voorzichtig!
Het stuurwiel bij draaiende motor niet langer dan 15 seconden in de uiterste stand draaien - gevaar voor beschadiging van de stuurbekrachtiging!
Aanwijzing
- Als de stuurbekrachtiging uitvalt of als de motor niet draait (afslepen), blijft de wagen normaal volledig bestuurbaar. Voor het sturen moet echter meer kracht worden gebruikt.
- Bij een lekkend of defect systeem direct een (Audi-)specialist opzoeken.
- De stuurbekrachtiging heeft speciale hydraulische olie nodig. Het reservoir daarvoor zit linksvoor in de motorruimte Link. Het juiste vloeistofpeil is belangrijk voor het goed functioneren van de stuurbekrachtiging. Het vloeistofpeil wordt in het kader van de Grote Onderhoud Service gecontroleerd.