De gegevens hebben betrekking op ideale omstandigheden. Afhankelijk van de belading, de ondergrond en de omgeving kunnen de waarden afwijken. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om te beslissen of een wagen een bepaalde situatie aankan ATTENTIE!.
Doorwaaddiepte
Afstand tussen het punt waar de band de grond raakt (bodem) en het luchtinlaat- of luchtaanzuigsysteem van de motor. Maximale doorwaaddiepte bij stilstaand water: 500 mm.
Stijgingshoek
De meters die men klimt over een traject van 100 m (stijging) worden in procenten of graden aangegeven. De waarde geeft de maximale stijgingshoek van een helling aan die de wagen op eigen kracht kan oprijden (onder andere afhankelijk van het wegdek en het motorvermogen). Maximaal toegestane stijgingshoek:
Kantelhoek (schuine stand van de wagen)
Hoek waaronder de wagen schuin of dwars op de vallijn op een helling kan worden gereden zonder dat de wagen omrolt (afhankelijk van het zwaartepunt). Maximaal toegestane hellingshoek: 25°.
Tophellingshoek
Hoek waaronder de wagen bij lage snelheid over een tophelling kan rijden zonder dat de wagen met de onderzijde tegen de helling komt. Maximaal toegestane tophellingshoek: 17,5°.
Taludhoek
Overgang van een horizontaal vlak naar een helling of van een helling terug naar het horizontale vlak. Hoek waaronder de wagen bij lage snelheid een helling kan berijden zonder dat de wagen met de bumper of de onderzijde tegen de grond komt. Maximale toegestane taludhoek: 25° (voor), 26° (achter).
Bodemvrijheid
De afstand tussen het wegdek en het laagste punt van de onderkant van de wagen. Bodemvrijheid: 200 mm.
Het overschrijden van de genoemde maximale waarden kan zware verwondingen of schade aan de wagen veroorzaken.
- Alle gegevens zijn bepaald op verharde, niet-gladde en vlakke wegen en bij droog weer.
- In het terrein bestaan geen ideale omstandigheden. Maak nooit volledig gebruik van de maximumwaarden, maar zorg altijd voor een veiligheidsmarge.