Welke benzinesoort voor uw wagen geschikt is, staat aan de binnenzijde van de tankklep.
De wagen is met een katalysator uitgerust en mag alleen op loodvrije benzine rijden. Loodvrije benzine moet voldoen aan Europese standaard EN 228. De afzonderlijke benzinesoorten worden met octaangetallen (RON) onderscheiden.
Voor wagens met de voorgeschreven brandstofsoort „loodvrije benzine RON 98 / loodvrije benzine minimaal RON 95 “ en „loodvrije benzine minimaal RON 95“ geldt het volgende:
als in geval van nood de voorgeschreven benzinesoort niet beschikbaar is, mag u ook loodvrije benzine RON 91 gebruiken. U mag dan echter alleen met gemiddelde toerentallen en geringe motorbelasting rijden. Zo snel mogelijk weer benzine met 95 of 98 RON tanken.
Voorzichtig!
- Aan benzine met de norm EN 228 kunnen geringe hoeveelheden ethanol zijn toegevoegd. Echter zogenaamde „bioethanolbrandstoffen“, die in de handel bijvoorbeeld als E50, E85 verkrijgbaar zijn en een hoog aandeel ethanol bevatten, mogen beslist niet getankt worden, omdat het brandstofsysteem hierdoor wordt beschadigd.
- Voordat u naar het buitenland gaat, nagaan of er loodvrije benzine beschikbaar is. Eén tankvulling met loodhoudende benzine leidt al tot een blijvende verslechtering van de katalysatorwerking.
- Bij benzine met een te laag octaangetal kunnen hoge toerentallen of een sterke motorbelasting tot schade aan de motor leiden.