Voor het vervangen van gloeilampjes is enige technische vaardigheid vereist.
De volgende gloeilampjes aan de buitenzijde van de wagen kunt u zelf vervangen:
- Koplampen: Gloeilampje voor dimlicht (halogeen)
- Koplampen: Gloeilampje voor grootlicht (halogeen)
- Gloeilampje van mistlamp
- Gloeilampjes van achterlichten in achterklep
- Gloeilampjes van achterlichten in bumper
- Gloeilampje van kentekenplaatverlichting
De volgende lampjes moeten door een (Audi-)specialist worden vervangen:
- Gloeilampje van koplamp: xenonlicht ATTENTIE!
- Gloeilampjes van knipperlicht-/stadslichtunit voor
- Lichtbron van zijknipperlicht in buitenspiegelhuis
- Lichtbron van derde remlicht (boven in achterklep)
Het vervangen van een defect gloeilampje vereist doorgaans enige technische vaardigheid. Dit geldt met name voor gloeilampjes die alleen vanuit de motorruimte kunnen worden bereikt.
Wij adviseren daarom bij twijfel het vervangen van gloeilampjes door een Audi-specialist of een erkend autobedrijf te laten uitvoeren.
Als u gloeilampjes in de motorruimte toch zelf vervangt, let er dan op dat werken in de motorruimte gevaarlijk kan zijn Link ATTENTIE!.
Wattage van gloeilampjes
Een gloeilampje mag alleen worden vervangen door een gloeilampje met hetzelfde wattage. De aanduiding van het wattage staat op de lampvoet.
Gloeilampje (12 V) |
Wattage |
Dimlicht (halogeen) |
55 W (H7) |
Grootlicht (halogeen) |
55 W (H7) |
Mistlampen |
55 W (H7) |
Rem- en achterlicht
(achterklep) |
P 21 W |
Knipperlicht achter
(achterklep) |
PY 21 W |
Rem- en achterlicht (bumper) |
W 16 W |
Knipperlicht achter (bumper) |
P 21 W |
Achteruitrijlamp |
W 16 W |
Mistachterlicht |
W 16 W |
Kentekenplaatverlichting |
5 W |
- Als de motor op bedrijfstemperatuur is, moet bij werkzaamheden in de motorruimte bijzonder voorzichtig te werk worden gegaan - gevaar voor verbranding!
- Gloeilampjes staan onder druk en kunnen kapotspringen, als ze worden vervangen - gevaar voor verwondingen!
- Bij gasontladingslampen* (xenonlicht) moet met het hoogspanningsgedeelte deskundig worden omgegaan. Anders ontstaan er levensgevaarlijke situaties!
- Let er bij het vervangen van gloeilampjes op, dat u zich niet verwondt aan scherpe delen in het koplamphuis.
Voorzichtig!
- Vóór alle werkzaamheden aan de elektrische installatie de sleutel uit het contact trekken - gevaar voor kortsluiting!
- Vóór het vervangen van het gloeilampje de verlichting resp. parkeerlichten uitschakelen.
- Ga voorzichtig te werk, zodat u niets beschadigd.
- Met name bij het uitbouwen kunnen beschadigingen aan de lak ontstaan. Daarom adviseren wij om bij het vervangen van een gloeilampje deskundige hulp in te schakelen.
Milieu
Met betrekking tot de opslag en afvoer van defecte gloeilampjes kunt u informatie krijgen bij de (Audi-)specialist.
Aanwijzing
Uitgebouwde onderdelen op een zachte doek neerleggen, zodat er geen krassen op de onderdelen kunnen komen.
- Controleer regelmatig of de verlichting van uw wagen goed werkt, met name de verlichting aan de buitenzijde van de wagen. Dat is niet alleen in het belang van uw eigen veiligheid, maar ook in het belang van de veiligheid van andere verkeersdeelnemers.
- Zorg ervoor dat u een nieuw gloeilampje hebt, voordat u het kapotte gloeilampje gaat uitbouwen.
- Pak het glas van het gloeilampje niet met blote handen vast. Gebruik een stoffen doek of papier. De vetsporen die de vingers achterlaten zouden anders door de warmte van het brandende gloeilampje verdampen en op het spiegeloppervlak neerslaan met als gevolg dat de reflector dof wordt.